20.5.07

Voortdurende Conflicten in Ambon

Voortdurende Provocaties vanuit Jakarta. (Ongoing Provocations from Jakarta) ----------------- Groningen, ----------------- VOORTDUREND CONFLICT IN AMBON luidt de titel van onderstaand artikel. Maar als je het artikel leest dan bedoelen de journalisten eigenlijk: VOORTDURENDE PROVOCATIES VANUIT JAKARTA. Ze schrijven dat er eigenlijk geen conflicten zijn in Ambon, maar dat de provocaties waarschijnlijk uit Jakarta komen; dat was tijdens de kerusuhan (1999-2002) zo en dat is nu nog zo. Ze geven er ook verklaringen voor, maar het absolute bewijs is er niet, en daarom moeten ze net doen alsof er in Maluku nog een religieus conflict is. Als ze dat niet doen dan worden ze als journalisten onderworpen aan sancties en kan dat zelfs hun baan kosten. Zo is dat in de Indonesische Eenheidsstaat NKRI, dat zit aan onderdrukking en verdraaiing van de waarheid in elkaar. Het is al knap wat deze journalisten durven. Petje af! Selamat Berdjuang, Secr. Gerakan Maluku. ------------------------- Voortdurende Conflicten in Ambon. ------------- TheJakarta Post; ---------------- Reporters: Hyginus Hardoyo en M. Azis Tunny. ------------------ Ambon, Jakarta: ---------------------- Als het toeval is, dan is dat toch wel een keer te veel. De recente reeks bomaanslagen in Ambon, de hoofdstad van Maluku, vindt plaats precies in een periode dat men in Jakarta bezig is met de voorbereidingen voor reeds lang verwachte kabinetswijzingen, die zijn ontworpen om het imago van de regering op te poetsen. Het is interessant om op te merken dat provocaties in Ambon en andere steden, die door conflicten verscheurd worden, altijd plaatsvinden als in Jakarta het politieke klimaat verhit is. Toen in 1999 in Ambon het drie jaar durende Conflict tussen Moslims en Christenen begon, viel dat ook samen met een hevige machtsstrijd in Jakarta na de val van Soeharto, terwijl toen in 2004 het geweld (de zogenaamde Tweede Kerusuhan(Onlusten), SGM) plaats vond in de tijd dat er voorbereidingen waren voor de Presidentsverkiezingen op 5 juli van dat jaar. Er zijn in de laatste drie maanden vier explosies geregistreerd in Ambon en ook één op een andere plaats in Midden-Maluku (Masohi-Ceram, SGM), maar er zijn geen doden gerapporteerd. Zes mensen zijn gewond bij een bomexplosie op het Busstation van Mardika op 25-4-2007, op de dag dat voorstanders van de onafhankelijkheid bezig waren met het vieren van de verjaardag van hun beweging. Bomaanslagen zijn niet nieuw in Ambon. Sinds de uitbarsting van het Conflict in 1999 zijn praktisch alle gebieden binnen de Provincie Maluku erdoor getroffen. Granaatexplosies en bomontploffingen werden vaak gehoord bij aanvallen van de ene religieuze groep op de andere. Zelfs toen de situatie geleidelijk begon te verbeteren waren van tijd tot tijd nog steeds explosies en ontploffingen te horen. Politici speelden het klaar om mensen te infecteren met religieus fanatisme, en waren er voortdurend op uit om hen op te ruien. De ervaringen met het bloedige conflict tussen de twee religies in Ambon laten duidelijk zien dat beide kanten tot de verliezers gerekend moeten worden. Gegevens van het Molukse Interreligieuze Bureau laten zien dat bijna 90% van het gebied van de Provincie Maluku is opgedeeld langs religieuze lijnen (tussen Moslims en Christenen). In Ambon zijn slechts twee dorpen nog religieus gemengd, namelijk Wayame en Latta. Maar de inspanningen om verzoening tot stand te brengen, gebaseerd op het toegenomen besef onder diegenen die verschrikkelijk geleden hebben van de strijd tussen de beide gemeenschappen, laten in toenemende mate resultaat zien. De plaatselijke bevolking kon zich weer veilig voelen, ook al had ze een hoge prijs moeten betalen in de vorm van mensenlevens en materieel bezit. De dagelijkse activiteiten van de leden van beide gemeenschappen konden weer normaal worden uitgevoerd en op openbaar terrein waren de mensen vrij van achterdocht en vrees. Maar nu ligt de vrede weer in duigen. Mysterieuze provocateurs proberen nog steeds angst te verspreiden. Als spoken zijn de provocateurs, die de ene gemeenschap proberen tegen de ander op te zetten, ongrijpbaar voor de politie. De daders en de aanstichters van de recente reeks van terroristisch acties moeten nog steeds door de autoriteiten worden geïdentificeerd. De manier waarop de aanslagen worden uitgevoerd heeft geleid tot de speculatie dat bepaalde gevestigde belangengroepen bezig zijn om een sfeer van angst te creëren in de samenleving. Het terrorisme wordt ontworpen om de burgers van Ambon, wier leven juist weer normaal begon te worden nadat ze gedurende het Conflict jarenlang in vrees geleefd hadden, te terroriseren / de stuipen op het lijf te jagen. Niet alleen openbare gebouwen zijn aangevallen, maar ook religieuze symbolen waren het doelwit. Zelfs de Al Fatah Moskee in Ambon, die door de Moslims gedurende het Conflict gezien werd als een symbool van verzet, is ook het doelwit geworden van een bomexplosie. Het goede van dit alles is dat ondanks de terroristische handelingen, de bevolking van Ambon, die het Conflict spuugzat is, de verleiding heeft kunnen weerstaan om terug te slaan, en dat het leven normaal doorgaat. De vraag is nu wie er profiteert van deze onruststokerij in Ambon. Ofschoon er geen hard bewijs is, kan men onder degenen die mogelijkerwijs voordeel hebben van de provocaties niet alleen de moslimfanatici en christendiehards aanwijzen, maar ook elementen uit het leger en de politie. Het aanhoudende geweld in Ambon roept vragen op of de veiligheidstroepen misschien helemaal geen definitieve oplossing van het Molukse Conflict willen. Routinematige terroristische excessen creëren een sfeer waarin handelsmensen en eigenaars van onroerend goed zich onveilig voelen, en zij gedwongen worden beschermingsgeld te betalen aan het veiligheidsapparaat. Hoe groter het gevoel van onveiligheid, hoe meer geld ze bereid zijn op tafel te leggen, volgens een rapport van de Internationale Crisis Groep (van Sydney Jones, SGM). Evenwel is hard bewijs moeilijk te leveren; wat de werkelijke motieven zijn achter het terrorisme blijft een duistere zaak. Dit is een vraag die alleen de politieke elite in Jakarta kan beantwoorden.